Feeds:
Berichten
Reacties

De laatste tijd zitten uitwisselingen tussen universiteiten wereldwijd stevig in de lift. Ieder jaar trekken massa’s studenten naar het buitenland om er een deel van hun studies te voltooien of om er stage te lopen. Vaak komen ze terug met straffe verhalen, een stevige portie kennis en ervaringen van onschatbare waarde.

Binnen Europa is het Erasmusprogramma veruit het bekendste. Het staat voor European Community Action Scheme for the Mobility of University Students en werd geïnspireerd op de humanist Desiderius Erasmus, die in zijn tijd een echte pionier was op vlak van studeren aan buitenlandse universiteiten. 25 jaar geleden zag het programma het levenslicht met als doel de uitwisseling tussen studenten en docenten te stimuleren. Sindsdien hebben reeds meer dan twee miljoen Europeanen een beurs ontvangen om gedurende één of twee semesters aan een buitenlandse partnerinstelling te studeren. Een absolute piek was er in het academiejaar 2009-2010, toen maar liefst ruim 200.000 studenten naar het buitenland vertrokken zijn in het kader van een Erasmusuitwisseling. Frankrijk, Duitsland en Spanje zenden de meeste studenten uit en blijken ook de populairste gastlanden te zijn (bron: http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-programme/doc80_en.htm).

Ervaring in het buitenland is tegenwoordig niet enkel een troef meer, maar bijna een must.

Wat is nu juist de meerwaarde ervan?

Eerst en vooral is er een academische verrijking. Doordat het onderwijssysteem in het buitenland vaak anders is en doordat vakken op een andere manier gegeven worden, krijg je een bredere kijk op de materie en een dieper inzicht. Je leert om te gaan met verschillende lesmethodes en je verrijkt jezelf door de materie te bekijken vanuit een andere invalshoek.

Daarenboven word je meestal ondergedompeld in een nieuwe taal en cultuur, een boeiende ervaring en bovendien een groot pluspunt op je cv. Door het contact met de locals kan je de nieuwe cultuur vanop de eerste rij ervaren en krijg je een beter inzicht in de gewoontes en gebruiken van het land, de mentaliteit en de algemene gang van zaken.

Nog verder dan de academische verrijking, gaat de persoonlijke verrijking van een verblijf in het buitenland. Zo leer je bijvoorbeeld om je plan te trekken en om zelfstandig te zijn.  Problemen los je zelf op, aangezien je waarschijnlijk niemand in de buurt hebt waar je op terug kan vallen. De multiculturele ervaringen die je opdoet zullen ook later nuttig blijken en zorgen ervoor dat je je horizon verruimt. Je leert om jezelf te ontplooien en om jezelf op een open manier op te stellen om snel nieuwe mensen te leren kennen. Heel vaak houd je aan een uitwisselingsperiode hechte vriendschappen over met mensen van over heel de wereld. Op die manier bouw je een internationaal netwerk uit, hetgeen altijd handig van pas kan komen tijdens de zoektocht naar werk.

Werkgevers vinden algemeen genomen dat studenten met buitenlandse ervaring blijk geven van leiderschap, dat ze zich goed kunnen aanpassen aan om het even welke situatie en dat ze beter kunnen omgaan met interculturele gevoeligheden. Ook schrikken ze er vaak niet voor terug om zelf naar het buitenland te vertrekken om professionele redenen.

Nog niet overtuigd van het nut van een buitenlandse ervaring? Twijfel niet, pak je koffers en trek de wijde wereld in om het zelf te ontdekken!

Voor meer informatie over het Erasmusprogramma (in het Engels):

http://ec.europa.eu/education/lifelong-learning-programme/doc80_en.htm

Enkele getuigenissen van een buitenlandse ervaring (in het Engels):

http://www.qub.ac.uk/schools/SchoolofEnglish/FileStoregeneral/DeborahONeill/Filetoupload,101315,en.pdf

http://www.i-studentlife.com/2009/08/alec-wilding-my-erasmus-experience

http://erasmusu.com/en/erasmus-experiences

Stereotypes

We hebben bijna allemaal wel stereotype opvattingen over bepaalde culturen, wel of niet gebaseerd op persoonlijke ervaringen. Denken we maar aan de gierige Nederlander met de blonde haren en de te korte broek, aan de goed geklede Engelse gentleman die van zijn kopje thee geniet, aan de Spaanse casanova die een siësta houdt, aan de punctuele Duitser of aan de koele Rus die zonder enige moeite nog een glas wodka achteroverslaat…

Stereotypes zijn van alle tijden en van alle culturen en doordat ze vaak terugkomen in de literatuur en in de media, worden ze extra versterkt en bevestigd. De discipline die deze beeldvorming onderzoekt, is de imagologie. Hoewel imagologisch onderzoek schaars is, is het een uitermate boeiend onderzoeksgebied. Een ware pionier in dit domein is Joep Leerssen, hoogleraar moderne Europese letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef het boek Imagology. The cultural construction and literary representation of national characters, waarin stereotypes over verschillende culturen en nationaliteiten doorheen de geschiedenis worden beschreven.

Een meer recente aanpak vinden we bij Ferber & Davies. In hun boek Pardon our French: French Stereotypes in American Media focussen ze zich vooral op de beeldvorming die er in Amerika heerst over de Fransen. Ze worden onder andere omschreven als romantisch, verleidelijk, onvriendelijk, arrogant, betweterig, bazig, twistziek, negatief, egoïstisch, immoreel, gastronomisch en elegant. Daarenboven stinken ze, scheren ze zich niet, hebben ze discussies zonder beslissingen te nemen, springen ze laks om met regels, deadlines en procedures, staken ze veel en roken ze aan één stuk door.

Deze stereotypes worden onder andere bevestigd in de romans van Stephen Clarke, zoals A year in the merde, Merde actually en Dial M for merde. Clarke is een Britse schrijver maar woont reeds gedurende ruime tijd in Frankrijk. In zijn – oorspronkelijk Engelstalige – romans wordt op humoristische wijze beschreven hoe de inburgering van het hoofdpersonage, de Brit Paul West, verloopt in Frankrijk. De verschillen tussen de Franse en de Engelse cultuur komen ruimschoots aan bod en verschillende aspecten van Frankrijk worden uitvoerig besproken. West gaat naar Parijs met uiterst stereotype opvattingen over de Franse cultuur en eenmaal aangekomen, gaat hij persoonlijk na of al die clichébeelden kloppen of juist helemaal uit de lucht gegrepen zijn.

Ter afsluiting enkele grappige passages uit A year in the merde, doorspekt met Franse stereotypes:

  • “This is a real Anglo-style meeting. Taking decisions.” Decisions? We can’t agree, so we decide to pay a consultant who’s going to be bribed into agreeing with the guy with the crappiest ideas. Didn’t seem very constructive to me.

  • “H.L.M.” She spelled it out in English. “It means habitation à loyer modéré or something like that. Low-cost apartments.” She giggled. “Although all the residents are lawyers, doctors etc. Or the sons and daughters and friends of politicians. Papa got me this apartment from a friend at the Hôtel de Ville.

  • He explained that the waiter wanted to cash up now because, like all the other unionized waiters in Paris – that is, most of the blokes in black waistcoats, and they are, strangely enough, almost all male – he was going on strike as of now, “thirteen hours”.

  • “Come and see me in my office at eleven o’clock,” she repeated in her special French-for-retards voice. “Bonne journée.” As in, get lost.

 Extra informatie:

 Een korte video over de stereotype Fransman:

http://www.youtube.com/watch?v=ERD2TnMNH98 (Engelse versie)

http://www.youtube.com/watch?v=OCIAyHEFTrQ&feature=relmfu (Franse versie)

Meer informatie over Stephen Clarke en zijn romans:

http://www.stephenclarkewriter.com

Wijnbeurzen in de supermarkt

Door Hélène Classine (5 MI)

Een succes in Frankrijk dat moeilijk door te trekken is naar Noord-Amerika

Het concept

Ieder jaar worden er na de wijnoogst (eind september) wijnbeurzen georganiseerd in Franse supermarkten. Gedurende één tot twee weken wordt er een groot deel van de supermarkt aan wijn besteed. Klanten hebben de keuze uit een enorm aanbod aan wijn, uit alle prijsklassen.
De grotere supermarken hebben ook personeel in dienst om klanten te laten proeven en om ze te adviseren.

Dit business concept is goed ingeburgerd in de Franse cultuur. Ieder jaar opnieuw zijn wijnbeurzen een groot succes: ze zijn goed voor ongeveer 20% van alle wijn die jaarlijks verkocht wordt.

De Franse supermarkten Leclerc en Auchan waren de eersten om wijnbeurzen te lanceren in de jaren 70. Daarna namen andere supermarkten het concept over, net als wijnhandelaars en gespecialiseerde drankenhandels.

Waarom is dit concept zo’n succes?

Wijn in Frankrijk

Eerst en vooral is wijn een belangrijk aspect uit de Franse cultuur. Frankrijk is gekend voor zijn gastronomie en een goede wijn hoort bij die Franse keuken. Net zoals bier de belangrijkste alcoholische drank is in andere landen, zo is wijn dat in Frankrijk. Verschillende studies hebben ook aangetoond dat rode wijn helend kan werken wanneer het met mate gedronken wordt (het helpt om cardiovasculaire ziektes, kanker en dementie te voorkomen). Daarom wordt het drinken van wijn zelfs als gezond ervaren.

Het is ook belangrijk te vermelden dat Frankrijk de grootste wijnproducent ter wereld is (voor Italië en Spanje) en de derde grootste exporteur. Er worden 3420 verschillende wijnen geproduceerd in Frankrijk.

Wijn is veel meer dan een simpele alcoholische drank in de Franse cultuur. Het wordt iedere dag gedronken tijdens het avondeten, of ten minste toch op zondag. Traditioneel gezien brengt wijn een gevoel van feest, plezier en samenzijn met zich mee.

Wijn in de supermarkt

Klanten kunnen wijn direct bij de producent kopen, bij coöperaties of in drankenwinkels. Toch wordt wijn vooral gekocht in de supermarkt: maar liefst zeven van de tien flessen. Er zijn gespecialiseerde drankenwinkels en wijnhandels in Frankrijk, maar mensen kopen veel meer in de supermarkt, omdat ze daar meestal de goedkoopste wijn vinden. Bovendien zijn supermarkten toegankelijker: men kan er zowel de ingrediënten voor de maaltijd vinden als de wijn, wanneer er vrienden of familie op bezoek komen. Het is veel gemakkelijker en sneller voor de consument.

Een commerciële zet

Eind september, vlak na de wijnoogsten, is de gunstigste periode om een wijnbeurs te organiseren. Op die manier kunnen de producenten hun wijn aanprijzen bij de consumenten tegen een voordelig prijs.

Dit business concept is een succes omdat supermarkten een culturele traditie gebruiken om een product in de schijnwerpers te plaatsen. Door dit concept kunnen wijnkenners goede wijn kopen tegen interessante prijzen en kunnen leken hun wijnkennis verbeteren en nieuwe producten ontdekken.

Waarom zou dit concept niet werken in Noord-Amerika?

Ondanks het feit dat wijnbeurzen in de supermarkt succesvol zijn in Frankrijk, zijn er veel te overwinnen obstakels om hetzelfde te bereiken in de VS of in Canada.

Juridische context

Het eerste obstakel is van juridische aard. In de meeste staten of provincies van beide landen, is de verkoop van alcohol streng gereglementeerd. In het algemeen is het verboden om alcohol te verkopen in de supermarkt. Het is enkel te verkrijgen in gespecialiseerde drankenwinkels met een bepaalde licentie. Het 21e amendement van de grondwet van de VS machtigt iedere staat om de verkoop en consumptie van alcohol te reglementeren. Aangezien wijn verkopen in de supermarkt doorgaans verboden is, zou het gewoonweg onmogelijk zijn om er wijnbeurzen te organiseren.

Daarenboven is het distributiesysteem in de VS zeer complex, het wordt het Three-Tier System genoemd en het is een overblijfsel uit de prohibitie periode. Het is gebaseerd op drie categorieën. De eerste categorie zijn de invoerders en de producenten die hun producten enkel mogen verkopen aan de tweede categorie: distributeurs met een licentie en groothandelaars. Deze herverkopen de producten aan de derde categorie, kleinhandelaars met een licentie. Kleinhandelaars mogen alcohol verkopen in speciale winkels, aan consumenten ouder dan 21 en na het betalen van special taksen. In de VS is er geen vrij verkeer van alcohol tussen verschillende staten.

Culturele context

Gastronomie en wijn maken geen deel uit van de Noord-Amerikaanse cultuur, zoals dat wel het geval is in Frankrijk.

Mensen drinken relatief minder wijn dan in Europa. In de VS was de gemiddelde consumptie 9.6 liter per persoon en in Canada 13.4 liter per persoon. Zeer lage cijfers in vergelijking met de bijna 50 liter per persoon per jaar in Frankrijk. Deze lage cijfers tonen duidelijk aan dat het drinken van wijn nog geen verankerde gewoonte is in Noord-Amerika, ondanks het feit dat de consumptie snel stijgt. Het feit dat het legaal gezien verboden is om wijn te verkopen in de supermarkt, heeft ook een culturele dimensie: traditioneel gezien is wijn niet vlot toegankelijk in Noord-Amerika.

In Frankrijk laten de meeste ouders hun kinderen al eens wijn proeven, lang voordat ze dat legaal gezien mogen. Op die manier brengen ze hen een aspect van hun cultuur en geschiedenis bij.  Vaak zijn het de ouders die de kinderen wijn leren drinken,  leren hoe ze ervan moeten genieten en welk soort wijn bij welk eten past. Dit gedrag is heel zeldzaam in Noord-Amerika, waar wijn beschouwd wordt als een alcoholische drank gelijk ieder andere. Daarenboven wordt wijn in Noord-Amerika niet geassocieerd met gastronomie en wordt het grotendeels buiten de maaltijden om gedronken.

Wijn is niet echt belangrijk in de Amerikaanse cultuur, daarom zijn er ook verschillende soorten verpakkingen te vinden: plastic flessen, tetra bricks, glazen flessen met een makkelijke schroefdop in plaats van de traditionele kurk enz. Deze verpakkingen bestaan nu ook in Frankrijk, maar worden veel minder gebruikt dan de klassieke glazen fles met kurk en het duurde dan ook een hele tijd vooraleer de consumenten ze aanvaardden en kochten. In Noord-Amerika daarentegen worden flessen met een schroefdop veel gebruikt. Dit voorbeeld illustreert dat wijn een belangrijke traditie is in Frankrijk die moet gerespecteerd worden en dat men wijn niet drinkt, maar degusteert en ervan geniet. Wijnproeven in Frankrijk zou vergeleken kunnen worden met de theeceremonies in Aziatische landen. Het is niet gewoon alcohol; het is een knowhow en een – bijna rituele – gewoonte terwijl voor Noord-Amerikanen wijn nog steeds een drank is gelijk iedere andere.

Economische context

Vanuit een economisch standpunt zouden wijnbeurzen in Noord-Amerika niet rendabel zijn, zelfs al zouden ze legaal zijn.

Zoals hierboven uitgelegd, is het distributiesysteem in de VS zeer ingewikkeld. De vele tussenpersonen zorgen ervoor dat wijn duur is en minder toegankelijk voor het publiek. Daarnaast vertegenwoordigt wijn slechts 10% van de totale consumptie van alcoholische dranken, een laag cijfer.

Toch is het interessant om te zien dat hoewel Frankrijk de grootste wijnproducent ter wereld is, de VS de grootste consument is. Dit is vooral te wijten aan het grote aantal potentiële consumenten: de VS telt 206 miljoen inwoners boven de 21. In veertig jaar is de individuele consumptie van wijn in de VS verdubbeld, en deze cijfers zijn nog indrukwekkend in Canada, waar de consumptie met 66% toegenomen is gedurende de laatste tien jaar. De financiële crisis heeft ertoe geleid dat mensen de goedkoopste wijn kopen, maar het heeft geen algemene negatieve impact met zich meegebracht. De wijnmarkt in Noord-Amerika is booming en zal blijven groeien. De bevolking neemt ook toe, hetgeen het aantal potentiële consumenten opdrijft. Het marktaandeel van nationale wijnen is groter en groeit ook sneller dan dat van ingevoerde wijnen.

Toch blijft de consumptie van wijn van ondergeschikt belang in Noord-Amerika. In Canada, net als in de VS, is bier duidelijk de belangrijkste alcoholische drank. In Canada bijvoorbeeld loopt de jaarlijkse consumptie op tot 69.9 liter per persoon, of 46% van het marktaandeel van alcoholische dranken. In de VS vertegenwoordigt wijn slechts 10% van het totale volume van de consumptie van alcoholische dranken en de gemiddelde jaarlijkse consumptie per persoon is zelfs hoger: 82 liter.

Daardoor blijft het moeilijk voor de wijnmarkt om aan belang te winnen en om door te breken in deze landen. Een gevolg hiervan is dat wijnbeurzen in de supermarkt niet succesvol zouden zijn, aangezien wijn niet genoeg gedronken wordt.

Vandaag de dag is de organisatie van wijnbeurzen een business concept dat niet zou functioneren in Noord-Amerika. Wijnproeven is niet voldoende verankerd in de cultuur en economische gezien is wijn niet voldoende belangrijk. Daarenboven is het verkopen van wijn in supermarkten verboden in het merendeel van de Amerikaanse staten en provincies.

Toch is wijn een booming markt in zowel Canada als de Verenigde Staten. Door zijn grote bevolking is de VS reeds de belangrijkste consument wereldwijd en de vierde belangrijkste producent. Daarom is het interessant om verder te onderzoeken of dit concept misschien aangepast kan worden aan de Noord-Amerikaanse cultuur of niet.

  

Interview met M-A Latourte

Marie-Agnès Latourte, verantwoordelijke voor de Master Interculturele Communicatie en Vertaling (CIT) aan het Institut de Management et de Communication Interculturels (ISIT). Ze is een oud-studente van het ISIT, docente en vertaalster.


CIT & Learn: Wat maakt de Master Interculturele Communicatie en Vertaling (CIT) zo bijzonder?

Net zoals iedere andere opleiding, evolueert de Master CIT voortdurend ten opzichte van andere vertaalopleidingen. We hebben modules rond interculturele communicatie ingevoerd in het vierde jaar om de competenties in verband met vertaalwetenschap (en ivm taal en technische redactie) te vervolledigen. Dat is het resultaat van een zes jaar durende marktstudie. De vroegere naam van het ISIT (Institut Supérieur d’Interprétation et de Traduction) was niet ruim en niet dynamisch genoeg, daarom heeft de school beslist een naamsverandering door te voeren (vandaag de dag is het Institut Supérieur de Management et de Communication Interculturels). Toch blijft het een school voor vertalers en tolken, ondanks het feit dat de opleiding wat ruimer is nu.


We zijn sterk geïnteresseerd in de mening van bedrijven en van pas afgestudeerden. Tussen 30 en 50% van de studenten zullen echt tewerkgesteld zijn in de vertaalwereld. We willen onze studenten goede competenties meegeven om ook te kunnen werken in andere sectoren en we willen ze een echte kennis van projectbeheer bijbrengen door middel van het PRA (Projet de Recherche Appliquée) en van het PRE (Projet de Recherche en Entreprise). Het effect daarvan is misschien niet meteen merkbaar, maar het is een methodologische ontwikkeling die later zeer nuttig kan zijn in het beroepsleven. Door het PRE (een specialiteit van de Master CIT) kan de student zich integreren in een onderneming door een project te ontwikkelen met de stagebegeleider of met andere collega’s. Op die manier wordt de stagiair onmisbaar in de onderneming en het kan hem zelfs een vaste job opleveren.

CIT & Learn: In deze slechte economische tijd is de grootste zorg van een school waarschijnlijk de integratie op de arbeidsmarkt. Op welke manier kan deze opleiding een recruiter aantrekken?


Er bestaan specifieke competenties die uniek zijn aan het ISIT, die vaardigheden worden ontwikkeld door stages en door verschillende projecten tijdens de studies. Een ‘Isitist’ is polyvalent (hij kan meer dan vertalen alleen) en heeft instructies snel door. Studenten bevinden zich tijdens hun stage vaak in een onbekende en uiterst technische omgeving (Orange, Geodis, EDF) en ze passen zich makkelijk aan. Recruiters appreciëren het professionele parcours van de studenten, dankzij de stages (die zeer belangrijk zijn en hoog ingeschat worden). Veel soft skills worden eveneens gewaardeerd: nieuwsgierigheid, respect voor anderen maar ook interculturaliteit (zich kunnen aanpassen aan anderen en kunnen luisteren).

CIT & Learn: Wat doet de school naast het herdefiniëren van de opleiding om de integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen?


Eerst en vooral heeft de school een beleid rond professionele integratie ontwikkeld, en natuurlijk zijn de studenten hier direct bij betrokken. Vanaf het eerste jaar zijn er stages, terwijl dat vroeger pas vanaf het derde jaar was. De stages zijn langer en naargelang het studiejaar, zijn ze verplicht in het buitenland. Vijf jaar lang hebben we getracht onze relaties met de APEC te ontwikkelen: vanaf het eerste jaar komen ze studenten sensibiliseren over het professionele parcours en over de te volgen stappen. Er zijn ook fictieve sollicitatiegesprekken in de loop van het vierde en vijfde jaar, met echte HR-managers die een neutrale en objectieve blik hebben.


Verder hebben we het accent gelegd op stages, hetgeen zeer recent is voor de opleiding MI (Management Interculturel). Natuurlijk is er een gedeelte dat onzichtbaar is voor de studenten: de relaties met de bedrijven, zoals bijvoorbeeld een ontbijt dat georganiseerd wordt met potentiële stagebegeleiders of met bedrijven die voortkomen uit het netwerk van alumni. Er zijn ook stagiairs die komen getuigen, maar dat blijft eerder iets tussen de school en het bedrijf. Wat we ook proberen te stimuleren, is het nemen van een gap year: steeds meer studenten vertrekken voor een jaar naar Frankrijk of naar het buitenland. We bezoeken ook de bedrijven waar de studenten stage lopen. Het is belangrijk om menselijk contact te ontwikkelen met de school en om te zien in welke omstandigheden de studenten werken.

We zijn er ons echt van bewust dat de stages en soms zelfs de MTA (Mémoire de Traduction Appliquée) positief zijn voor een cv: het zijn professionele competenties die de rekrutering bevorderen.

CIT & Learn: Welk evenwicht denkt u dat er gevonden moet worden tussen praktijk en theorie, in de optiek de integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen?


Dat is een interessante vraag, maar als linguïst lijkt de term evenwicht me niet geschikt. Laten we de definitie van de Petit Robert nemen: “Gelijkheid van macht tussen twee of meer tegengestelde elementen of de staat van stabiliteit en harmonie die eruit voortkomt”… hetgeen me al meer geschikt lijkt. We streven niet naar een machtsverhouding. Het klopt dat de opleiding steeds evolueert, hetgeen de studenten vaak ontregelt, maar “qui n’avance pas recule” (Mériaud-Brischoux). We kunnen beter spreken over complementariteit. Theorie en praktijk vullen elkaar aan. Stagiairs merken dat zeer snel dankzij hun dubbele kijk in een bedrijf, waardoor ze uiterst technische vakken (XML, SQL) sneller onder de knie krijgen.

Op welke manier is het ISIT de ideale plek om interculturaliteit te begrijpen? Welke zijn de pluspunten? Heeft u misschien een concreet voorbeeld om dat te illustreren? Bent u getuige van interculturele situaties tijdens uitwisselingen met partnerinstellingen?


Eerst en vooral weerspiegelt de samenstelling van het lerarenkorps perfect die interculturaliteit, met zijn verscheidenheid aan talen, culturen en dus ook pedagogische benaderingen. Ook zijn er veel Erasmus-studenten en METS-studenten. Dat alles stelt ons in staat om bewust te worden van de verschillende benaderingen van vertaling. Taal is wel degelijk een weerspiegeling van een cultuur en van een persoonlijkheid. Zoals Michel Bouthot zou zeggen: “een taal leren, is zoals het begin van een nieuw leven”, of nog eentje die ik goed vind: “een nieuwe taal beheersen, is zoals het verwerven van een extra ziel”. Het is verrijkend, het is een ware ontdekkingstocht, en eigenlijk moeten we cultuur ontdekken in de ruime zin van het woord.

Ik ben naar Londen geweest in het kader van een Europees project met de universiteit van Westminster voor een lifelong learning programme (twee jaar) en voor het PICT-programma (Promoting Intercultural Competence in Translation). Dat laatste programma komt tot stand met onder andere Italianen, Polen, Engelsen en Noren en heeft als doel een interculturele competentie in te voegen in de opleidingen (hetgeen het ISIT reeds doet). We hebben een interessante discussie gehad over de betekenis van de term ‘framework’. De Engelsen begrepen het als een open term, zoals een richtlijn, terwijl de Noren en de Polen het eerder beschouwden als een gesloten en goed afgebakend kader. (‘Rahmen’ in het Duits = kader).

Frédérique De Graeve :

Ik kan daar een voorbeeld aan toevoegen: een oud-studente moest tijdens haar stage een overdracht van HR-competenties organiseren naar Roemenië. Ze moest daar regelmatig naar afreizen om mensen op te leiden en om zo de overdracht te vergemakkelijken, maar de Roemenen (onder invloed van het communistische bewind) erkenden de studente niet als gezaghebber. Voor hen was er enkel één chef, en die moest persoonlijk naar daar gaan vooraleer ze de veranderingen en de opleidingen konden doorvoeren.


Marie-Agnès Latourte: om efficiënt te zijn en om tot een goede uitvoering van een internationaal project te komen, is het essentieel om de gedragscodes van een land te begrijpen. Hoe verder men gaat, hoe duidelijker dat wordt.

CIT & Learn: Wat is de grootste troef in de beroepswereld die interculturele kennis met zich mee kan brengen?


Het brengt een betere kennis van werkmethodes met zich mee, om te kunnen functioneren in concrete projecten en om te kunnen anticiperen (mails, antwoordtermijnen, onderhandelingen leiden: Koreanen bijvoorbeeld zullen nooit spreken tijdens de vergadering maar zullen het einde afwachten om hun mening en hun commentaren te ventileren). Laten we als voorbeeld een campagne van Coca Cola in de Perzische Golf nemen. Ze hebben niet voldoende nagedacht over de communicatie van het land, ze hebben de woestijn gekozen die aangepast leek aan de Arabische landen, maar ze zijn vergeten dat ze daar van rechts naar links lezen! De boodschap werd helemaal tegenovergesteld begrepen. Als linguïst vraagt men zich automatisch af hoe de boodschap begrepen gaat worden.

Le message que voulait faire passer Coca Cola : boire du Coca redonne de l'énergie !

Bovenaan de boodschap die Coca Cola wou overbrengen, onderaan de boodschap die overgebracht is.

CIT & Learn: In de loop der jaren zijn het ISIT en de kenmerken van de opleiding geëvolueerd om zich aan te passen aan een steeds modernere, snellere en multiculturele wereld. Kunt u daar iets meer over zeggen?


Als we enkele jaren terugkijken in het verleden, konden we eerder spreken over een revolutie dan over een evolutie, zeker in de CIT-opleiding. We hebben geprobeerd om ons aan te passen aan de eisen van bedrijven en van interculturele experts. De vraag naar vertalers daalde (minder vertaaldiensten in bedrijven, bureaus die tegen lage tarieven vertalen) en het was niet meer mogelijk om 100 vertalers te laten afstuderen terwijl we wisten dat er slechts 10 werk zouden vinden. Nu worden we gewaar dat die trend zich omkeert, vooral dankzij internationale organisaties waar veel vertalers met pensioen gaan. Er is trouwens een grote rekruteringscampagne op dit moment. Laten we ook niet vergeten dat de opleiding van vier naar vijf jaar is gegaan.


Daarenboven proberen we om netwerken te ontwikkelen met bedrijven (ontwikkeling van stageplaatsen), maar ook met andere scholen en universiteiten (FESIC, METS, SFT, CGE, FIT, CIUTI…). We stellen ons open aan de buitenwereld, met als nieuwigheid dit jaar de opening van de internationale dienst geleid door Marina Burke.

                           ____________________________________________________________

Website van het ISIT                   _________________________________________________

– De affiches van de film “Sex Friends” in Québec, Frankrijk en Amerika –

Je hebt je ongetwijfeld al wel eens afgevraagd waarom sommige filmtitels vertaald worden en andere niet. En hoe komt het dat sommige Engelse titels vertaald worden door een andere Engelse titel?

Het aantal spottende bloggers dat – laat ons zeggen – verrassende vertalingen oplijst is niet meer op één hand te tellen:

  • Made in Dagenham > We Want Sex Equality (?)
  • Not another teen movie > Sex Academy(??)
  • Paradise Alley > La Taverne de l’enfer (???)

En dat is nog niets in vergelijking met onze Franstalige vrienden uit Québec! Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, gaan ze wel heel ver in het beschermen van de Franse taal:

  • Pulp Fiction > Fiction pulpeuse
  • Waiting to Exhale > Vénus dans la Vierge
  • Chicken Run > Poulets en fuite
  • Legally Blonde 2 > Blonde et Légale 2
  • Ghost > Mon fantôme d’amour
  • Scary Movie > Film de peur !!!

We zouden dat spelletje kunnen doortrekken naar alle landen (ook Spanjaarden zijn er zeer sterk in), maar momenteel beperk ik me tot Amerikaanse en Britse films in Frankrijk.

Er wordt veel sarcasme gebruikt en ook zijn er enkele algemene trends waar te nemen, die reeds achterhaald werden door onze bloggers: zo kan men “seks” of “Amerikaans” gebruiken om een droombeeld te verkopen, “dood” of “hel” gebruiken om de indruk te wekken dat het om een diepgaande film gaat of “The” weglaten om niet belachelijk over te komen… Dit onderwerp verdient echter een meer diepgaande analyse: wie beslist wat? En is er sprake van een bepaalde regelgeving?

De kunst van het hertitelen wordt beoefend door alle filmdistributeurs. Het gebeurt ook dat ze opiniepeilingen houden (zoals voor The Reader) of zelfs vertaalwedstrijden (zoals voor de film Deathproof van Tarantino, vertaald door Boulevard de la mort)… Kortom, het is een proces dat maanden kan aanslepen!

In totaal 57% van de 200 Amerikaanse films die werden uitgebracht in Frankrijk in 2009 en 2010 door de grootste distributeurs, werd hertiteld in het Frans. 43% ervan had een Engelse titel (waarvan 35% de oorspronkelijke titel en 8% een andere Engelse titel).

Natuurlijk is het niet zo dat distributeurs een vast “recept” toepassen op bepaalde filmcategorieën. Zelfs al kunnen we enkele hoofdprincipes onderscheiden, er zullen altijd uitzonderingen zijn die de volgende regels bevestigen:

  1. Titels van kinderfilms worden vertaald (> uitzondering: Toy Story)
  2. Titels die voor Fransen nietszeggend zijn, worden veranderd of vertaald (No Strings attached werd op die manier Sexfriends: dat is tenminste duidelijk!) (> uitzondering: Repo men)
  3. Titels die moeilijk zijn om uit te spreken of om te onthouden, worden veranderd of vertaald (> uitzondering: Eternal Sunshine of the Spotless Mind)
  4. Titels van genrefilms worden behouden (> uitzondering: 30 jours de nuit voor 30 days of night)
  5. De Franse titel van een boek waarop een film geïnspireerd is, wordt behouden (> uitzondering: The Reader)

 Net zoals de affiche, de trailer en de publiciteitscampagne, maakt de titel eigenlijk deel uit van de marketingstrategie van de film, die bepaald wordt door culturele waarden. Het doel en de positie van de film worden bepaald, net zoals het imago dat men aan de film wil geven. Al die stappen worden gekenmerkt door een intercultureel proces (het beperkt zich hier tot nationale culturen, aangezien de distributie van films land per land gebeurt).

Of filmtitels al dan niet een schot in de roos zijn, hangt af van drie factoren: klanken, connotaties en referenties.

  • Klanken :
              
          Amerikaanse affiche                                     Franse affiche

« Chevalier et jour » klinkt niet bepaald harmonisch… Hier wordt dus nog maar eens voor een exotische (en vaak Engelse) variant gekozen. En als het woord “knight” destijds aan onze aandacht ontsnapte, is het veel beter het woordspel gladweg te laten vallen!

 

  • Connotaties :

          Amerikaanse affiche                                     Franse affiche

Het zou logisch geweest zijn om de Franse titel van het boek (Le Liseur) over te nemen. Men vreesde echter dat die titel te “slim” zou overkomen  bij het Franse publiek en dat de emotie en de dramatische spanning niet weergegeven zouden worden. Een testproef toonde een affiche met “The Reader” aan 500 personen en een affiche met “Le Liseur” aan 500 anderen. De titel “Le Liseur” bleek eerder afstotelijk over te komen, terwijl “The Reader” als aantrekkelijk werd ervaren.

  • Referenties :
             
         Amerikaanse affiche                                           Franse affiche

American Trip, de Franse titel van Get him to the Greek. ‘‘The Greek’’ verwijst naar een theater in Los Angeles en doet geen belletje rinkelen bij het Franse publiek. Er wordt dus gekozen voor een hertiteling, maar eentje in het Engels, met “American” om het cool te houden en met “Trip”, in de hoop dat de film hetzelfde succes zal bereiken als Very Bad Trip in 2009.

Kortom, hertiteling is geen spelletje dat als doel heeft de meest onzinnige vertaling te vinden, maar het staat wel degelijk symbool voor een proces van interculturele communicatie.

Of het nu voor het werk is of tijdens een verblijf in het buitenland, het kan voorkomen dat je moet communiceren met mensen uit verschillende culturen. Door mijn opleiding en door verschillende verblijven in het buitenland, heb ik al wat ervaring met die situaties. Hier dus enkele tips om je te kunnen behelpen:

Te doen

  • Probeer om open van geest te zijn: houd niet halsstarrig vast aan clichés en stereotypes. Ik heb samengewerkt met een Russische collega die me vertelde dat mensen automatisch begonnen over vodka, wapens en de KGB met haar… Zeer frustrerend!

  • Probeer om zoveel mogelijk tijd te spenderen met de buitenlanders die je ontmoet: dat is de beste manier om ze te leren kennen en om ze te begrijpen.

  • Informeer je op voorhand wel degelijk over de gewoontes van het land waar je heengaat: lichaamstaal bijvoorbeeld kan sterk variëren van land tot land. In Cyprus is het onbeleefd als je je hand opsteekt om een automobilist die je voorrang verleent te bedanken. In Thailand is het een belediging om je bord helemaal leeg te eten wanneer je uitgenodigd bent bij iemand: die zou dan de indruk krijgen dat hij je niet genoeg te eten gegeven heeft.

Te vermijden

  • Ga niet uit van het principe altijd begrepen te worden: zelfs als je dezelfde taal spreekt als je gesprekspartner, vergeet dan niet dat accenten en uitdrukkingen enorm kunnen verschillen. Toen ik in Engeland woonde, deelde ik een huis met elf andere studenten uit negen verschillende landen. Schotten, Ieren, Engelsen, Amerikanen… Ze spraken allemaal dezelfde taal en toch begrepen ze elkaar soms niet! « To be pissed » bijvoorbeeld betekent « boos zijn » in Amerikaans Engels, terwijl de Britten het gebruiken om te zeggen dat ze zat zijn. Dat is de aanleiding geweest voor enkele grappige gesprekken tussen mijn huisgenoten! Bedenk dan eens hoe moeilijk een gesprek zou kunnen zijn tussen twee mensen die Engels spreken, maar niet als moedertaal…

  • Probeer niet om buitenlandse culturele concepten te begrijpen door je te baseren op gebruiken en gewoontes uit je eigen land. In Westerse landen wordt een gearrangeerd huwelijk vaak als iets slechts gezien, en denkt men vaak dat het jonge meisje gedwongen wordt om te trouwen. In bepaalde culturen daarentegen, is het compleet normaal.

  • Vermijd in ieder geval om de persoon die je ontmoet te overladen met clichévragen: heel dikwijls vroegen buitenlanders die wisten dat ik Frans was me automatisch tips voor het kiezen van de wijn (terwijl ik er absoluut niets van ken!). Ook probeerden ze om dingen in het Frans te zeggen… die vaak volkomen onbegrijpelijk waren!

  

Cultuur en interculturaliteit: we worden er constant mee geconfronteerd. Vaak zijn we er ons zelfs niet eens van bewust welke impact het heeft op de sociale interactie in ons dagelijks leven.

Waarom zijn Amerikanen eerder geneigd om naar anderen toe te stappen (zelfs naar hun oversten) dan Fransen? Waarom geven mensen uit het Oosten vaak een kille indruk, terwijl het niet hun bedoeling is om zo over te komen?

Al die vragen die we ons stellen, al die vreemde situaties die we beleven, dat valt allemaal onder interculturaliteit.

Hoe moeten we daarmee omgaan? Er bestaat een discipline met de naam ‘interculturele communicatie’. Het doel van die discipline is eigenlijk het voorzien en het regelen van eventuele conflicten in de professionele wereld, veroorzaakt door cultureel onbegrip. Natuurlijk heeft het ook als doel om het begrip en de verdraagzaamheid te bevorderen, zodat er geen conflicten kunnen ontstaan.

Soms kunnen die verschillen die nationalisten en patriottisten zo graag in de verf zetten, grappige situaties teweegbrengen. Het laatste voorbeeld daarvan: de affiche van de film ‘De avonturen van Kuifje: het Geheim van de Eenhoorn’.

Een familielid dat de affiche had gezien in de metro in Parijs, stuurt me een SMS: “Is Steven Spielberg dood..?”

Paniek alom. Wat? Hoezo? Ik heb er niets over gehoord! Ik zoek op internet, surf op sites die eventueel meer duidelijkheid zouden kunnen scheppen maar nee, niks. Nergens staat de tragedie vermeld.

Totaal onbegrip. Ik vraag het aan mensen rondom mij, een vriendin zegt me dat ze hem gezien heeft op de avant-première van ‘De avonturen van Kuifje: het Geheim van de Eenhoorn’, vlakbij de bioscoop ‘Grand Rex’. Het leek goed met hem te gaan… kortom, niet bepaald iemand die op sterven ligt.

Na wat verder onderzoek, heb ik de sleutel tot het mysterie ontdekt: blijkt dat het de gewoonte is om in Polen, mijn land van herkomst, de naam van iemand te omkaderen op een filmaffiche (hetgeen het geval is voor Steven Spielberg op de affiche van de film) wanneer de film uitgebracht is na de dood van die persoon. Het is een postuum eerbetoon, en geen simpele grafische oplossing om de naam ‘Spielberg’ nog meer in de verf te zetten op de affiche.

Verbijstering en opluchting. Na een discussie met de zender van de SMS, heb ik moeten uitleggen dat in Frankrijk, het omkaderen van iemands naam niet betekent dat hij Steve Jobs heeft vergezeld in het paradijs…en dat Franse grafici zeker geen rekening houden met dat Poolse culturele detail tijdens het ontwerpen van hun affiches. Die zijn immers bedoeld voor een overwegend Frans publiek, dat niet opkijkt van een doodgewone omkadering.

  

Een antwoord geven op de vraag “Wat is interculturele communicatie?” lijkt niet moeilijk: het is de communicatie tussen verschillende culturen. Maar wat is cultuur precies? En hoe kan het gedefinieerd worden?

Voor veel mensen is cultuur abstract en ontoegankelijk. Instinctief weten we allemaal wat cultuur is, maar wanneer we het moeten omschrijven, klappen we dicht. Toch is een zeker inzicht in het concept ‘cultuur’ essentieel om te begrijpen wat culturele communicatie echt betekent. In de volgende paragrafen zal ik proberen te beschrijven wat cultuur is en het ietwat concreter te maken.

Cultuur kan worden gedefinieerd als het geheel van opvattingen, waarden, houdingen en manieren van denken en doen, gedeeld door een bepaalde groep mensen. Of, zoals de antropoloog Clifford Geertz stelde: “Cultuur is een pakket van controlemechanismen – plannen, recepten, regels, instructies – om gedrag te controleren”. De Nederlandse sociaal psycholoog Geert Hofstede heeft cultuur gedefinieerd als “het collectief mentaal programmeren van mensen in een omgeving”.

Wanneer ze de vraag wordt gesteld, zeggen mensen vaak dat cultuur gedeeld wordt door diegenen die dezelfde taal spreken, of door diegenen die dezelfde nationaliteit hebben. Toch is de term ‘cultuur’ niet enkel van toepassing op nationale of etnische groeperingen. Het is ook van toepassing op groepen binnen een samenleving, op verschillende niveaus. Mensen van dezelfde leeftijd kunnen tot dezelfde cultuur behoren, net zoals mensen met hetzelfde beroep of met hetzelfde geloof, en mensen die voor hetzelfde bedrijf werken. De diversiteit aan culturen is gigantisch: nationale culturen, bedrijfsculturen, leeftijdsculturen…

Die diversiteit impliceert dat interculturele communicatie een zeer groot onderzoeksdomein beslaat. Het heeft niet enkel betrekking op communicatie tussen mensen die niet dezelfde taal spreken, maar ook op communicatie tussen mensen van verschillende leeftijden of tussen twee bedrijven met een compleet verschillende bedrijfscultuur. Welkom in de fascinerende en steeds groeiende wereld van de interculturele communicatie!